Van GHOR tot GHOR: 2000-2019

De afronding van het project Versterking Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen met formele oprichting van de GHOR was natuurlijk pas het startpunt. Zoals collega’s van het eerste uur vertellen, begonnen zij met lege kantoorpanden, zonder meubels, maar met bakken vol motivatie om van deze nieuwe organisatie iets moois te maken. In dit artikel kijken we naar de ontwikkelingen die de GHOR doormaakte vanaf de oprichting tot grofweg 2020 en gaan we in op de 'naamsverandering' van de GHOR.

2000: Vuurdoop

Het duurde enkele jaren voordat de GHOR overal volledig operationeel was. Toch werd de GHOR in Twente nog geen half jaar na de oprichting al geconfronteerd met een ramp van enorme omvang: de vuurwerkramp in Enschede, op 13 mei 2000.

De Commissie Oosting concludeert later in het eindrapport van de evaluatie van de vuurwerpramp dat de GHOR nog werk te verzetten had: “De GHOR-structuur is nog duidelijk in ontwikkeling. Dit blijkt onder meer uit het feit dat het merendeel van de ziekenhuizen nog onbekend is met de GHOR-structuur.”

Ondanks deze naamsonbekendheid en de chaos na de explosies, verloopt de geneeskundige hulpverlening op en rond het rampterrein op zichzelf goed, zo meldt de Commissie: “Ondanks de beperkingen op met name het gebied van communicatie functioneert de GHOR-regio Twente snel naar behoren.”

De vuurwerkramp, maar ook bijvoorbeeld de cafébrand in Volendam kort daarna, bevestigden het belang van een goed georganiseerde en gecoördineerde geneeskundige keten bij crises en rampen en brachten de ontwikkeling van de GHOR in een stroomversnelling.

2004: De GHORdiaanse knoop

In 2004 gaan de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) en de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) in het advies “De GHORdiaanse knoop doorgehakt” in op de vraag hoe de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen in de veiligheidsregio moet worden georganiseerd en gefinancierd. Ze concluderen dat sprake is van een onontwarbare knoop van verantwoordelijkheden, bevoegdheden en geldstromen tussen publieke en private partijen in de gezondheidszorg. De Raden adviseren maatregelen op bestuurlijk, organisatorisch en financieel vlak. Zo zou de GHOR bijvoorbeeld onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van het veiligheidsbestuur moeten vallen, de bevoegdheden van de RGF ten aanzien van de partners in de witte kolom zouden bij wet geregeld moeten zijn en er zou directe financiering van de veiligheidsregio door het rijk voor de wettelijk verplichte taken moeten komen. Zo moest de GHOR stevig gepositioneerd worden naast brandweer en politie, met structurele financiering en heldere regie. Daarbij paste volgens de raden ook “het streven naar territoriale congruentie van de GGD‘en met de veiligheidsregio”.

2007: De GHOR in kaart

Drie jaar later blijkt dat de wereld van de GHOR complex blijft. Daarom doet de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) in 2007 onderzoek naar de regionale GHOR-organisaties. De IOOV concludeert dat de GHOR-regio’s de afgelopen tien jaar flinke vooruitgang hebben geboekt in de organisatie van geneeskundige hulp bij rampen. Toch identificeren ze ook knelpunten. Zo zijn er geen landelijke kwaliteitseisen, het aantal beschikbare bedden voor slachtoffers van een ramp in ziekenhuizen is laag en de opkomsttijd van de geneeskundige combinaties is in sommige regio’s een risico voor de overlevingskans van gewonden. De rol van de Regionaal Geneeskundig Functionaris (RGF) wordt als essentieel bestempeld, maar deze wordt belemmerd door een onduidelijke structuur, beperkte bevoegdheden en versnipperde verantwoordelijkheden. Hoe de functie van RGF wordt ingevuld, is een bestuurlijke keuze, die bovendien per regio verschilt. Op basis van deze knelpunten beveelt de inspectie daarom aan om landelijke normen vast te stellen, de kwaliteit van opleidingen te verbeteren, en de samenwerking met huisartsen en ziekenhuizen te versterken. De inspectie benadrukt het belang van een duidelijke organisatie en regie binnen de GHOR om effectief te kunnen reageren op grootschalige incidenten.

2009: Ontwikkeling en vernieuwing

De wereld verandert en de GHOR verandert mee: nieuwe systemen, nieuwe werkwijzen en nieuwe wetten. Zo wordt vanaf 2009 netcentrisch werken ingevoerd binnen de veiligheidsregio’s, waar de GHOR bestuurlijk onder valt. Dankzij netcentrisch werken kan binnen een netwerk snel informatie worden uitgewisseld tussen alle betrokken partijen. Deze werkwijze wordt ondersteund door het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS).

Ook de invoering van nieuwe wetten heeft gevolgen voor de GHOR, namelijk de Wet Publieke Gezondheid (Wpg) in 2008 en de Wet Veiligheidsregio’s (Wvr) in 2010. De Wvr leidt bovendien op opmerkelijke wijze tot een nieuw naam voor de GHOR…

2010: Nieuwe wet, nieuwe naam

Oorspronkelijk stonden de letters GHOR voor Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen. Dit veranderde in 2010, toen de Wet Veiligheidsregio’s werd ingevoerd. Omdat de GHOR niet zélf de geneeskundige hulp verleent, maar deze coördineert en regisseert, vond men dat de naam de lading onvoldoende dekte. Omdat de GHOR inmiddels wel naamsbekendheid had verworven, besloot men dat “GHOR” niet langer gezien moest worden als een afkorting, maar als een zelfstandig begrip of eigennaam. De afkorting werd daarom niet meer uitgeschreven in het oorspronkelijke Wetsvoorstel Veiligheidsregio’s. Dat leidde echter tot vragen tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel. Daarom is in de Aanpassingswet veiligheidsregio’s (17 juni 2009) een nieuwe wettelijke definitie gegeven aan de oude afkorting GHOR: “de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio, belast met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening en met de advisering van andere overheden en organisaties op dat gebied”. Sindsdien wordt “Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio” gebruikt als toelichting op de naam GHOR. Wettelijk gezien is dit echter niet een nieuwe betekenis van de afkorting, maar slechts het begin van de wettelijke begripsomschrijving.

2012: RGF wordt DPG

Rampen en crises kunnen voor grote maatschappelijke onrust en schade zorgen. Ze vragen daarom zowel geneeskundig als bestuurlijk om een goede aanpak. Tot 2012 werd dat vanuit de GHOR en de GGD gedaan door 2 verschillende functionarissen: de Regionaal Geneeskundig Functionaris en de GGD-directeur. Om efficiënter en eenduidiger te kunnen werken en adequaat in te spelen op de ontwikkelingen van een snel veranderende maatschappij, is sinds 2012 de functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) wettelijk ingevoerd. Met de komst van de DPG is er één gezicht van het openbaar bestuur richting de particuliere zorgpartijen, zijn reguliere en opgeschaalde (crisis)zorg dichter bij elkaar en vindt er gezamenlijke planvorming van volksgezondheid en veiligheid plaats. Logisch gevolg van het samengaan van de functies van de GGD-directeur en RGF tot DPG was dat ook de belangenverenigingen GHOR Nederland en GGD Nederland in 2014 fuseerden tot het huidige GGD GHOR Nederland.

2013: Nieuw crisismodel

In 2013 wordt een nieuw crisismodel ingevoerd, waarin zeven GHOR-crisisrollen zijn vastgesteld. Deze vervangen tien eerdere GHOR-crisisfuncties. De GHOR kent sindsdien de volgende crisisrollen: directeur publieke gezondheid (DPG), Algemeen commandant geneeskundige zorg (ACGZ), Hoofd ondersteuning geneeskundige Zorg (HON), Hoofd informatie geneeskundige zorg (HIN), Officier van dienst geneeskundig (OvD-G), Hoofd publieke gezondheidszorg (HPG) en Hoofd acute gezondheidszorg (HAG).

2016: GNK-C wordt GGB

Een belangrijke taak van de GHOR is ervoor te zorgen dat de reguliere medische hulpverlening soepel kan worden opgeschaald naar grootschalige hulpverlening. Eind jaren ’90 kreeg iedere GHOR-regio daarvoor de beschikking over een of meer Geneeskundige Combinaties (GNK-C). Een Geneeskundige Combinatie is een samenwerkingsverband van een mobiel medisch team, twee ambulanceteams en een Snel Inzetbare Groep ter Medische Assistentie (SIGMA). Deze SIGMA wordt gevormd door vrijwilligers van het Nederlandse Rode Kruis. Op 4 januari 2016 kwam er een einde aan de Geneeskundig Combinatie, die werd opgevolgd door de Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB).

De GGB wordt sindsdien ingezet bij grote incidenten met veel slachtoffers, als aanvulling op de reguliere acute zorg. Daarbij werken reguliere ambulancediensten en het Rode Kruis samen om gewonde slachtoffers bij een grootschalig incident zo snel mogelijk de benodigde behandeling te bieden. Zij doen in een opgeschaalde situatie het werk dat zij in de dagelijkse praktijk ook doen: de ambulancediensten houden zich bezig met het behandelen en vervoeren van zwaargewonde slachtoffers en het Rode Kruis zet vrijwilligers in om lichtgewonde slachtoffers te verzorgen.

In het volgende e-magazine lees je meer over de recente geschiedenis, waaronder rol van de GHOR tijdens de coronapandemie.

Bronnen:

  • De opkomst en ondergang (?) van de GHOR
  • Kamerbrief Beleidsnota Rampenbestrijding 2000–2004 en bijlage Nota
  • De vuurwerkramp - Eindrapport Commissie Oosting
  • Rapport De GHORdiaanse knoop doorgehakt
  • Rapport De organisatie van de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (IOOV)
  • Brondocument Basiskennis GHOR (2017)
  • Directeuren Publieke Gezondheid
  • Netcentrisch Werken: nu en in de toekomst (Instituut Fysieke Veiligheid)
  • Crisismodel
  • Besluit personeel veiligheidsregio’s
  • Wikipedia Geneeskundige Combinatie
  • GHOR Zuid-Holland Zuid - GGB
  • GGB Leidraad

Fotografie:

  • Vuurwerkramp: Bartflikweert via Wikimedia Commons
  • Foto's Overleg OvD-G met partners, ambulances, Regionaal Geneeskundig Functionaris, GHOR-collega's in overleg en Sigma-tent: GHOR Amsterdam-Amstelland
Vorige pagina
Volgende pagina