Hoogwater in Limburg
Tekst: Esmée Jacobs en Wick Wojtas (Veiligheidsregio Limburg-Noord) en Danny ten Berge (Veiligheidsregio Zuid-Limburg). Headerfoto: Luuk Holtackers
In juli 2021 zorgde extreme regenval in Duitsland, België en Limburg voor een snelle stijging van het waterpeil in de Maas en haar zijrivieren. Dit zorgde in de gehele provincie Limburg voor grote wateroverlast. De situatie in de twee Limburgse veiligheidsregio’s was niet hetzelfde. In Zuid-Limburg was er een acute noodsituatie door de overstromingen. In Limburg-Noord was er vooral sprake van een dreigende situatie. Hetzelfde incident, maar eigenlijk twee crises met beiden een eigen dynamiek. We blikken in dit artikel terug op deze periode. Hoe hebben we vanuit de GHOR deze crisis ervaren en wat hebben we ervan geleerd?
Overstromingen en evacuaties
In juli 2021 zorgt aanhoudende regen ervoor dat de rivieren, zoals de Maas, de Geul, en de Roer, buiten hun oevers traden en waterbuffers overstroomden. Toen in de nacht van 14 op 15 juli de Geul buiten haar oevers trad, werd een groot deel van Valkenburg overspoeld met water.
Ook andere plaatsen in Limburg kregen te maken met overstromingen. Dit leidde tot grote schade aan gebouwen en wegen en uiteindelijk ook tot evacuaties. Duizenden mensen in Limburg moesten hun huizen verlaten, zoals in Valkenburg en Meerssen. Ook diverse zorginstellingen moesten met hun bewoners evacueren, waaronder het VieCuri in Venlo en een locatie van Sevagram in Valkenburg. De hulpdiensten werkten onder andere samen met het leger en verschillende reddingsorganisaties om mensen in veiligheid te brengen. Voor de hulpdiensten was het werk uitdagend doordat op veel plekken de stroom was uitgevallen en de wegen moeilijk berijdbaar waren. Zo was het dorp Aijen op een bepaald moment helemaal niet meer bereikbaar, ook niet voor de hulpdiensten.
Hoewel er in Nederland geen dodelijke slachtoffers vielen, zoals in België en Duitsland, waren de gevolgen groot. Het herstel van de getroffen gebieden vergde veel tijd en middelen, met name de infrastructuur en het vergoeden van de materiële schade liep in de honderd miljoenen. Naast de materiële schade heeft deze ramp voor veel psychisch leed gezorgd, die tot op de dag van vandaag door veel inwoners en hulpverleners nog wordt ervaren.
Opschaling naar GRIP 4
Op dinsdag 13 juli werd in beide regio’s opgeschaald naar GRIP 2 en een dag later, op woensdag 14 juli werd opgeschaald naar GRIP 4. Deze opschaling bleef van kracht tot en met zaterdag 17 juli. Uiteindelijk werd pas op dinsdag 20 juli, een week later, volledig afgeschaald naar GRIP 0.
Op enig moment tijdens de ramp waren meerdere CoPI’s, het ROT en het RBT actief. Het was een enorme uitdaging om de verschillende beelden bij elkaar te brengen en gecoördineerd op te treden omdat het gebied zo groot was en er op veel verschillende plaatsen incidenten plaatsvonden. De voorspellingen veranderden voortdurend en de situatie werd steeds ingrijpender. Er was planvorming voor de Maas maar geen planvorming voor de beken en zijrivieren. De extreme weersomstandigheden en de veelheid aan crisislocaties maakten het haast onmogelijk om gestructureerd op te treden vanuit de crisisorganisatie.
Ook liepen de verschillende fases van een crisis, de voorfase, acute fase en nafase, door elkaar heen. Op een bepaald moment had een deel van de provincie het water gehad en was aan het opruimen, terwijl andere plaatsen er op dat moment nog midden in zaten. Er was zelfs een moment waar het hoogwater in Limburg-Noord nog werd verwacht terwijl in andere plaatsen de straten weer schoongeveegd werden.
Uitdagingen voor de GHOR
Ook voor beide Limburgse GHOR-crisisteams waren de uitdagingen groot. Het crisisteam van de GHOR Zuid-Limburg had moeite om alle zorglocaties in kaart te brengen en de zorgorganisaties te contacten. Het ging hierbij niet alleen om zorglocaties langs de Maas die uit voorzorg moesten evacueren maar ook om de getroffen locaties langs de beken en zijrivieren.
De telefoons in het actiecentrum stonden roodgloeiend, er werden extra mensen opgeroepen om te komen ondersteunen en de informatie veranderde per minuut. Ook was het lastig om tot één waterbeeld te komen omdat er twee ‘water’ partijen betrokken waren: Het Waterschap voor de zijrivieren en Rijkswaterstaat voor de Maas.
Een ander knelpunt was de bezetting van de crisisrollen. De ramp heeft alles bij elkaar ongeveer een week geduurd. Dag en nacht zijn de piketrollen vervuld. Dit is gelukt maar heeft veel van onze collega’s gevraagd. Zeker de collega’s in het veld hebben het fysiek en mentaal zwaar gehad, door veel stress, onveilige omstandigheden en onzekerheid over de situatie. Ook waren sommige collega’s zelf getroffen door het hoogwater, wat het extra zwaar maakte. Gelukkig kregen we ondersteuning van andere regio’s, een mooi voorbeeld van een goede samenwerking. We konden elkaar ondersteunen omdat we dezelfde taal spreken en hetzelfde opgeleid zijn.
Veel leerpunten
We hebben veel geleerd van deze crisis. We dachten dat we goed waren voorbereid met planvorming en actueel waterbeeld, maar deze gebeurtenis was een scenario waar we niet op waren voorbereid. De planvorming voor de Maas heeft geholpen om voor gebieden rond de Maas tijdig maatregelen te kunnen nemen. Dat het water uit de beken en zijrivieren zo’n grote ramp konden veroorzaken hadden we niet kunnen bedenken. We misten overzichten en contactgegevens van kleinere zorglocaties langs de beken en zijrivieren.
We hebben veel geleerd van deze crisis maar realiseren ons ook dat iedere crisis anders is en dat je je nooit 100% kunt voorbereiden. Wel zijn er sinds deze crisis veel dingen verbeterd. Zo zijn we met beide Limburgse veiligheidsregio’s aan het oefenen met een Impact Analyse Team (IAT), bestaande uit de waterpartijen zoals het Waterschap en Rijkswaterstaat. Het IAT verzorgt de duiding van de ontstane hoogwatersituatie in het hoofdwatersysteem van de Maas en/of het regionale watersysteem (beken en zijrivieren). De voorzitter van het IAT heeft hierover contact met de Regionaal Operationeel Leider en deelt de impact van het opkomende water, zodat het ROT zich hier beter op kan prepareren.
Ook heeft de GHOR Zuid-Limburg een melding- en alarmeringssysteem opgezet waar bijna alle zorgorganisaties in Zuid-Limburg op zijn aangesloten. Met één druk op de knop kunnen we al deze organisaties in één keer alarmeren. Deze organisaties hebben hun eigen crisisorganisatie nu zo ingericht dat ze weten wat ze dan moeten doen. Daarnaast is in 2024 LCMS-GZ in beide regio’s live gegaan: zowel acute als langdurige zorgpartners kunnen meelezen in deze omgeving om zo een actueel beeld te krijgen van de situatie en (getroffen) zorgpartners kunnen op een netcentrische manier informatie delen.
Na deze unieke crisis is er sinds 2021 veel ingezet op de samenwerking tussen alle betrokken partijen en het leren kennen van elkaar. Daarnaast is het onder de aandacht brengen van rollen en verantwoordelijkheden binnen deze structuur verduidelijkt en zetten we de samenwerken in de regio met veel passie voor crisisbeheersing voort.
Foto: Johannes Timmermans Fotografie