‘We willen ons als club altijd verbeteren en in onze rol de beste zijn’
Oudgedienden Tamara en Pim over de geschiedenis van GHOR ZHZ
Tekst: Marcel Sluijter (Scherptekstwerk)
‘Weet je nog Pim, onze eerste jaren bij de GHOR? We hebben verschillende locaties gehad, maar er heerste altijd een wat andere sfeer dan nu, meer familiair. We hebben in ieder geval behoorlijk wat meegemaakt. Van gezellige kerstvieringen tot heftige incidenten.’ Als oudgedienden Tamara Schiedon en Pim van Dam terugkijken op de 25-jarige geschiedenis van de GHOR Zuid-Holland Zuid buitelen de verhalen al snel over elkaar heen. Een impressie van een kwart eeuw geneeskundige hulpverlening in deze regio.
Tamara Schiedon
‘Na mijn agrarische opleiding kon ik niet in die sector, maar in januari 2003 wèl bij de GHOR aan de slag’, start Pim. ‘Als logistiek medewerker. Onder meer verantwoordelijk voor het onderhoud en controles van de Geneeskundige Combinatie - GNK-C. Deze bestond uit twee voertuigen met aanhangers voor het Ambu- en het SIGMA team en een haakarmbak. Daarnaast mocht ik me bezighouden met al het andere logistieke werk van het bureau. Van verhuizingen tot voorraadbeheer.’
Lezen en schrijven
‘We konden lezen en schrijven met de mensen van de RAV en NRK en hadden gezamenlijk veel aandacht voor speciale momenten, zoals kennismakingen, behaalde diploma’s, oefeningen en jaarlijkse uitjes. Sinds 2015 is de verantwoordelijkheid voor opgeschaalde zorg naar de ambulancedienst en het Rode Kruis gegaan en werd de band anders.’
Zusterflat
Tamara: ‘Waren jullie toen nog gevestigd in de zusterflat bij het voormalige Refaja ziekenhuis in Dordrecht?’ Pim: ‘Dat klopt, in 2003 verhuisden we daar vandaan naar Alblasserdam. Daar beschikten we over een kantoor, een loods voor de voertuigen en konden we de voorraden voor de GNK-C op de juiste temperatuur bewaren. Het opknappen en schilderen van kantoor en loods deden we natuurlijk zelf als collega’s. Dat was tekenend voor de sfeer en het gevoel dat we een vaste, eigen club vormden.’
Pim van Dam
Tamara: ‘Ik kwam er in 2004 bij in Alblasserdam en die sfeer was zeker bijzonder. Het was ook vanzelfsprekend om met elkaar Sinterklaas, Kerstmis en dergelijke te vieren. Ik kwam als tweede secretaresse bij jou op de kamer en mocht daarna vrij snel aan de slag als communicatiemedewerker en later –adviseur. Ik startte met de papieren nieuwsbrief voor onze organisatie. Die organisatie bestond op dat moment uit de bureaumanager, drie collega’s voor vakbekwaamheid, drie voor operationele voorbereiding, twee beleidsfunctionarissen, twee parttime secretaresses, een kwaliteitsfunctionaris en een communicatiemedewerker. In totaal veertien mensen.’
Burgemeesters
‘Organisatorisch maakten we deel uit van de GGD’, vervolgt Pim. ‘Je kunt het je bijna niet meer voorstellen, maar onze bureaumanager ging alle gemeenten langs. Om hen te informeren over onze werkzaamheden en om onze financiering te regelen. Zo waren er ook korte lijnen met alle burgemeesters van de zeventien gemeenten die er toen nog waren. Zulke contacten lopen nu via de voorzitter van de Veiligheidsregio. Gestroomlijnd en professioneel, maar de oude manier had ook wel wat, je kende elkaar beter.’
Clubgevoel
Tamara: ‘We werkten als organisatie steeds aan verbeteringen en wilden in onze rol de beste zijn. Die instelling hebben we altijd vast weten te houden. Daarnaast probeerden we natuurlijk dat clubgevoel te behouden. Maar vooral met de overgang naar het grotere geheel van de Veiligheidsregio in 2009 en onze verhuizing naar de Noordendijk werd de sfeer anders. Er ontstonden ook nieuwe contacten en nieuw elan. Ook goed, maar het vertrouwde sfeertje raakten we kwijt.’
Multi
‘We werkten toen al veel intensiever samen met partnerorganisaties, vooral met de bandweer, met de gemeenten en op het gebied van zorg’, vervolgen de twee. ‘Verschillende grote incidenten onderstreepten dat we steeds meer op multiniveau moesten gaan werken. Zoals in 2011 een brand in Moerdijk met chemische stoffen die over een groot deel van onze regio trokken. En in hetzelfde jaar een grote brand op emplacement Kijfhoek in Zwijndrecht. Verder hebben we de afgelopen jaren bijvoorbeeld flink bijgedragen aan de opvang van Syriërs en later Oekraïners. En natuurlijk bij corona.’
Zichtbaar
‘Zeker tijdens de aanpak van de pandemie hadden we enorm veel baat bij de vele goede contacten die we hadden opgebouwd’, stelt Pim. Tamara: ‘Zeker! Partners wisten precies waarvoor ze bij ons terecht konden en met de meesten hadden we vrijwel dagelijks contact. Als je de GHOR belt, regelen ze het voor je, hoorde ik regelmatig.’ Pim: ‘Anderzijds merk ik bijvoorbeeld tijdens verjaardagen dat burgers ons nauwelijks kennen. De gemiddelde burger kent alleen brandweer, ambulance en politie, we zijn niet direct zichtbaar. Maar dat geeft niet. We hoeven niet bij het grote publiek bekend te zijn. Het gaat er vooral om dat we zichtbaar en benaderbaar zijn voor onze partners. Als een stabiele factor die met alle opgebouwde kennis, contacten en vaardigheden in de regio goede adviezen kan geven, die bovendien een stevig positie heeft en ook op landelijk niveau bijdraagt.’
Landelijke rol
‘Zoals onze bureaumanager van destijds, in 2005. Hij werd na de opbouw van onze organisatie gevraagd alle opleidingsactiviteiten voor crisisfunctionarissen in een GHOR-academie bijeen te brengen. Uit ons nest kwam ook de collega die de GHOR de afgelopen jaren landelijk weer nadrukkelijk op de kaart heeft gezet. En zo zijn er meer oud-collega’s van onze GHOR ZHZ die landelijk een rol spelen en speelden, tot het ministerie aan toe.’
GHOR-hart
‘Alle collega’s met wie we hier hebben mogen werken, hadden een GHOR-hart. Ook wij twee ademen de GHOR en zijn heel blij met het mooie werk dat we met onze collega’s en partners doen. We hopen daar nog lang aan bij te mogen dragen. Misschien nog wel 25 jaar haha.’